Aan het einde van dit schooljaar nemen we afscheid van Fran Weyns, een gedreven directielid en creatieve duizendpoot die zich met veel enthousiasme gedurende 16 jaar inzette voor onze school. 

Hoe begon uw loopbaan op de Rozenberg? 

“Ik ben van opleiding architect en veel van mijn naasten komen ook uit die sector. Op een bepaald moment ben ik gaan onderzoeken wat ik naast architect nog kon worden met mijn diploma. Toen botste ik op het beroep van leerkracht. Ik ben zelf afkomstig uit Antwerpen, waar ik nog creatieve workshops heb gegeven toen ik nog studeerde. Eigenlijk is dat een beetje het vak plastische opvoeding geven zonder dat je het zelf in de gaten hebt. Bovendien had ik toen al vier kleine kindjes, waardoor ik thuis natuurlijk ook creatief bezig was. Daaropvolgend heb ik dan ook een lerarenopleiding gevolgd met het idee om beeld of esthetica te geven.

Aansluitend heb ik gesolliciteerd bij Campus Rozenberg en dan ook enkel en alleen daar. Veel mensen zeiden me dat ik veel ruimer moest solliciteren, zoals bijvoorbeeld tot in Turnhout, maar dan moest ik toch al verder reizen voor mijn werk. Mijn kinderen zaten op Campus Rozenberg en ik was zelf ook nog actief als architecte. Voor mij was het dus niet noodzakelijk om meteen als leerkracht aan de slag te gaan. Zo heb ik ongeveer vijf jaar gekandideerd zonder er zelf eigenlijk veel bij stil te staan. Ergens in augustus, wanneer de directeurs weten of er uren vrij zijn of niet, werd ik dan gebeld om te vragen of ik belangstelling had om plastische opvoeding te komen geven op Campus Rozenberg. Zo ben ik halftijds begonnen als leerkracht plastische opvoeding in zowat alle jaren. Dat is de start geweest.” 

Hoe lang was u actief als schooldirectie?

“Na een aantal jaren alleen les te geven, ben ik ook jaarcoördinator geworden van het 5de jaar. In 2009 heb ik Mia Lodewijckx, toenmalig directielid, een tijdje vervangen. Het schooljaar daarop ging Mia minder werken en vroeg ze mij om die halftijdse opdracht als directeur op te nemen. Zo ben ik in september 2010 halftijds als directeur begonnen en was ik daarnaast ook nog coördinator. Dat was dan één jaartje zo en daarna ben ik in september 2011 voltijds directeur geworden.”

Zijn er bepaalde projecten of initiatieven waar u bijzonder trots op bent tijdens uw loopbaan?

‘’Ja, zeker wel. Ik ben samen met Marjan Dierckx directeur geworden en we hadden het idee om het studiehuis te bouwen. Vroeger ging een leerkracht van wacht altijd individueel per klas naar een klaslokaal om een uurtje studie te houden. We merkten dat wat leerlingen mochten, heel erg verschillend was per leerkracht. We zijn gaan zoeken naar een manier waardoor we minder leerkrachten moesten inzetten en zo is het studiehuis ontstaan. Dat was eerst een container en nadien hebben we dat vorm kunnen geven bij de vernieuwing van het dak van gebouw I. Dat is iets wat ik heel fijn vind om te doen, iets pedagogisch, organisatorisch oplossen en daar dan ook nog structuur aan geven door een ruimte te ontwerpen. Dat is een beetje de link tussen de verschillende dingen waar ik mee bezig ben geweest de afgelopen jaren.

Dat is ook een beetje hetzelfde met gebouw N. Dat is een gebouw dat we samen met architecten hebben ontworpen, bedoeld voor de leerlingen van het eerste jaar. De leerlingen van het eerste jaar hebben bijvoorbeeld BOOST-uren, waar twee klassen samen worden gezet om aan Nederlands, wiskunde en Frans te werken. Daar hebben we geprobeerd na te denken vanuit die didactiek. Hoe pak je dat aan, twee verschillende klassen en drie verschillende leerkrachten? We hebben ervoor gezorgd dat we nu drie verschillende lokalen naast elkaar hebben: een groot klaslokaal, dan een klein instructielokaal ertussen, en opnieuw een groot klaslokaal. In het instructielokaal kan de leerkracht tijdens de BOOST-uren ongestoord extra uitleg geven aan de leerlingen die moeilijkheden ondervinden of vragen hebben. Dat is weer een goed voorbeeld van hoe de didactiek de vormgeving van het gebouw bepaalt. Die combinatie van mijn twee passies is iets waar ik erg graag mee bezig ben. 

We zijn als directieteam ook enorm trots op de aanpak ten tijde van het coronavirus. Elke leerling had een iPad, wat ervoor zorgde dat we vrij snel tot het afstandsonderwijs konden overschakelen. De leerkrachten zijn hier ook heel goed mee omgegaan en daar zijn we heel trots en blij om.’’

‘Wat waren de grootste uitdagingen waarmee u tijdens uw tijd als directielid te maken kreeg?’

“Corona is er al eentje van, maar als ik naar recentere periodes kijk, dan is het zeker wel de samenwerking tussen de verschillende campussen en “KSOM in beweging”, dat meer en meer concreet wordt. Er zijn al kleine stukjes van gerealiseerd, zoals de masterclasses, maar het op elkaar inspelen van de verschillende campussen is iets waar, voor mij persoonlijk, veel tijd is ingekropen. Het was heel veel overleg, heel veel zoeken naar wat kan en wat niet, een stap achteruit zetten en dan weer eentje vooruit. Dat is iets waar ik de laatste twee jaren veel tijd heb ingestoken en waarvan ik hoop dat het afgerond is op het einde van het schooljaar, zodat mijn collega’s daar volgend jaar mee verder kunnen. Het is ook wel fijn om het mee te kunnen afronden. Daarna kan de start gemaakt worden en vanaf dan denk ik dat het allemaal wel zal lopen. Er is nu veel tijd in gekropen, die ik niet heb gespendeerd op de campus, waardoor mensen vaak zeiden: ‘Je bent hier zo weinig?’ Wel, dat had vooral daarmee te maken, maar als dat nodig is, is dat nodig natuurlijk. Ik denk wel dat we goede stappen zetten, maar het vergt wel wat extra energie. Het is een uitdaging, en zo blijven we bezig tot de laatste snik.’’ 

Wat gaat u het meeste missen aan onze school? 

“Het feit dat je met jonge mensen werkt, is iets dat ik zeker ga missen. Als je zelf ouder wordt, en je ziet ook je vriendenkring verouderen, is het fijn om op je werk in contact te komen met jongere mensen. Daarmee bedoel ik uiteraard de leerlingen, maar ook jongere collega’s. Het is in zijn geheel een jonger publiek. Ook de drive om een school draaiende te houden ga ik zeker missen. Je komt ‘s morgens aan en je weet natuurlijk dat er een paar afspraken op de planning staan, maar er zullen altijd onverwachte zaken op je pad komen waarmee je aan de slag moet gaan. Dat houdt je geestelijk wel fit. Het is fijn om ‘s avonds thuis te komen en te beseffen dat je veel gerealiseerd hebt, zowel kleine als grote dingen.’’

Wat zijn uw plannen als er meer tijd gaat vrij komen? 

“Daar heb ik eigenlijk nog niet echt bij stilgestaan. Ik heb me voorgenomen om nog hard te blijven werken tot het moment dat het stopt, om dan eens goed na te denken over wat ik eigenlijk nog graag wil doen. Ik wil zeker nog iets met vrijwilligerswerk doen. Ook kan ik alles wat met architectuur te maken heeft, opnieuw oppakken als ik daar zin in heb. Daarnaast hebben wij vier kinderen en tien kleinkinderen, daar meer tijd voor maken lijkt me erg fijn.” 

Heeft u nog enkele tips voor uw opvolger als directie?

‘’Daar heb ik wel al eens over nagedacht. Wat ik zelf het belangrijkste vind, is dat je in je functie van directeur zoveel mogelijk jezelf blijft. Je mag geen rolletje gaan spelen, maar kunt je persoonlijke eigenschappen volgens mij best ook inzetten in de functie van directeur. Mensen, en daarmee bedoel ik leerkrachten, leerlingen en het personeel in het algemeen, zullen je zo als geloofwaardig ervaren en niet als iemand die naast zijn schoenen gaat lopen of anders overkomt dan dat die daarvoor was. 

Natuurlijk hangt er veel vanaf hoe je in een directiefunctie komt. Ik was hier al leraar, dus veel mensen kenden mij, en dan zou het raar zijn als je opeens een heel ander persoon wordt omdat je een andere functie krijgt. Sommige mensen zijn geen leraar op de school en komen hier als directeur, dat is natuurlijk een beetje anders. 

Ik vind het sowieso belangrijk dat iedereen dichtbij zichzelf blijft. We werken op school vaak in team, en dat team wordt door die verschillende karakters en competenties alleen maar sterker.  De mensen na mij moeten het echt doen zoals ze het zelf willen, en dat is ook de boodschap voor leerkrachten. Collega’s moeten focussen op  de kwaliteiten van de directieleden die volgend jaar aan het roer van onze school staan. Ik ben ervan overtuigd dat die dat heel goed zullen doen!

Interview: Fee Hannes en Liese Hooyberghs (5rMT)
Eindredactie: Nienke van Son