REGEL 1
Een verkleinwoord kun je maken door het achtervoegsel -je, -tje, -etje of -pje aan het grondwoord vast te schrijven.
- huis-huisje, boot-bootje, spiegelspiegeltje, kan-kannetje, probleem-probleempje
Als het grondwoord eindigt op 'ng', eindigt het verkleinwoord op -kje of -etje.
REGEL 2
Als het grondwoord eindigt op één lange klinkerletter, dan voeg je een klinkerteken toe in het verkleinwoord.
- opa-opaatje, café-cafeetje, paraplu-parapluutje
Als het grondwoord eindigt op een 'u' ('oe') of een 'y' ('ie' en na een medeklinker) dan gebruik je een apostrof in het verkleinwoord.
REGEL 3
Als het Franse grondwoord eindigt op -ade, -ave, -ffe, -ine, -ppe, -tte, -ule, -ure, -ute dan hangt de spelling van het verkleinwoord af van de uitspraak. Als de eind-e van het grondwoord in het verkleinwoord niet te horen is, wordt de spelling van het verkleinwoord vernederlandst.
- karbonade-karbonaadje, enclaveenclaafje, giraffe-girafje, sardine-sardientje, enveloppe-envelopje, diskette-disketje, parachute-parachuutje, molecule-molecuultje, blessure-blessuurtje.
Als de eind-e in het verkleinwoord wordt uitgesproken of als het grondwoord eindigt op een andere uitgang, dan passen we regel 1 toe.
- affiche-afficheje, blessure-blessuretje, douche-doucheje, enclave-enclavetje, enveloppe-enveloppetje
Engelse woorden die eindigen op toonloze 'e' behouden de eind-e omwille van de uitspraak.
- cake-cakeje, milkshake-milkshakeje
|
REGEL 4
Als het Franse grondwoord eindigt op een niet-uitgesproken -t of -d voeg je -je toe. Het verkleinwoord wordt wel uitgesproken met -tje.
- boulevard-boulevardje, restaurant-restaurantje
In alle andere gevallen voeg je het achtervoegsel dat je hoort, meestal -tje, toe.
- souvenir-souvenirtje, diner-dinertje, tournedos-tournedostje, bavarois-bavaroistje,
- detail-detailtje, reçu-reçuutje
REGEL 5
Als het grondwoord een symbool, cijfer, letter of initiaalwoord is, gebruik je een apostrof in het verkleinwoord.
|
|