REGEL 1
Een getal schrijf je in één woord, tot en met het woord 'duizend'. Na 'duizend' volgt een spatie. De woorden miljoen, miljard, biljoen schrijf je los.
- Vijf, vijftig, vijfenvijftig, vijfhonderd, vijfhonderdvijftig, vijfhonderdvijfenvijftig, vijfduizend, vijfduizend vijftig, vijftigduizend vijfhonderdvijftig, vijf miljoen vijfhonderdvijftigduizend vijfhonderd
Rangtelwoorden worden op dezelfde manier geschreven.
- De vijfde, de vijftigste, de vijfhonderdste, de vijfduizendste, de vijfduizend vijfhonderdvijfde, de vijf miljoenste, de vijf miljoen vijfhonderdduizend vijfhonderdvijfenvijftigste
REGEL 2
In een breukgetal schrijf je teller en noemer los van elkaar, behalve wanneer de breuk deel uitmaakt van een samenstelling.
- Twee derde van de bevolking, drie vierde van het budget, een tweederdemeerderheid, een driekwartmaat
|